Bewegingscontrole: Servorobotarmen kunnen de beweging van verschillende gewrichten nauwkeurig regelen via het besturingssysteem, inclusief rotatie, translatie, grijpen, plaatsing en andere acties, waardoor flexibele en efficiënte operaties worden bereikt.
Grijpen en hanteren: De servo-robotarm is uitgerust met grijpinrichtingen of gereedschappen, die indien nodig verschillende objecten kunnen grijpen, transporteren en plaatsen, waardoor functies worden bereikt zoals laden, lossen, hanteren en stapelen van objecten.
Nauwkeurige positionering: Servo-robotarmen hebben nauwkeurige positioneringsmogelijkheden, die kunnen worden bestuurd door programmering of sensoren om objecten nauwkeurig in aangewezen posities te plaatsen.
Programmeringscontrole: Servo-robotarmen kunnen worden bestuurd door middel van programmering, vooraf ingestelde actiereeksen en geautomatiseerde bewerkingen voor verschillende taken. Meestal met behulp van instructieprogrammering of grafische programmeermethoden.
Visuele herkenning: Sommige servorobots zijn ook uitgerust met visuele herkenningssystemen, die de positie, vorm of kleurkenmerken van het doelobject kunnen herkennen door middel van beeldverwerking en analyse, en overeenkomstige acties kunnen ondernemen op basis van de herkenningsresultaten.
Veiligheidsbescherming: Servorobots zijn meestal uitgerust met veiligheidssensoren en beschermende apparaten, zoals lichtgordijnen, noodstopknoppen, botsingsdetectie, enz., om de veiligheid tijdens het gebruik te garanderen en ongelukken te voorkomen.
Bewaking op afstand: Sommige servo-robotarmen hebben ook een bewakingsfunctie op afstand, die via een netwerk kan worden aangesloten om bewaking, beheer en controle op afstand van de robotarm mogelijk te maken.